In gesprek met Marc Degekamp

Gemeenten streven allemaal naar betere afvalscheiding, zodat we zoveel mogelijk kunnen recyclen. De zogenaamde VANG-doelstellingen zijn niet bindend, maar veel gemeenten committeren zich er wel aan. De doelen blijven een stip aan de horizon met vele wegen er naartoe. Elke weg met zijn eigen voor- en nadelen. Waarom zouden we allemaal zelf het wiel uitvinden? Door kennis en ervaring te delen, zoeken we samen de beste weg. Marc Degekamp is ruim tien jaar Key Accountmanager Overheden bij PreZero. Marc vertelt vanuit zijn ervaring over de ontwikkelingen op het gebied van bron- en nascheiding, in het bijzonder van plastic verpakkingen, blik en drinkpakken (pbd).
Marc Degekamp

"Ik hoop dat gemeenten en inwoners niet alleen naar de financiële kant kijken, maar meer naar kwaliteit en naar wat iets oplevert."

Marc Degekamp, Key Accountmanager Overheden

Wat is dé uitdaging voor gemeenten bij pbd-afval?

Het is de grootste uitdaging om de kwaliteit van het pbd-afval op niveau te krijgen en te houden. Het gaat niet alleen meer om de hoeveelheid pbd die wordt ingezameld, maar ook om de kwaliteit. Hoe beter de kwaliteit, des te mooier de producten die je ervan kan maken. Daarom wordt steeds strenger gecontroleerd op de kwaliteit van het ingezamelde plastic. Als er te veel vervuiling in zit, wordt de lading helemaal of deels afgekeurd en verbrand. De kosten daarvan zijn voor de rekening van de gemeente. Bij vervuild plastic lopen gemeenten dus zowel de inkomsten voor het plastic mis én ze moeten extra betalen voor de verbranding. Een lage kwaliteit van pbd-afval kan zo voor aardig oplopende kosten zorgen.

Hoe zit het met die kwaliteit?

De kwaliteit van het pbd-afval is vaak goed, maar staat onder druk. Bijvoorbeeld door het invoeren van verschillende inzamelsystemen of omgekeerd inzamelen. Soms moeten inwoners hierdoor meer betalen voor hun afval of verder lopen om het afval weg te brengen. Dat doen ze vaak liever niet. Sommige mensen gooien dan restafval bij het afval waar ze niet voor hoeven te betalen, zoals pbd. Dit heeft als gevolg dat het pbd-afval vervuild raakt en waarde verliest. Het is dan minder goed herbruikbaar. Het aspect kwaliteit is ook een factor in de discussie rond bron- of nascheiding.

Wat is de discussie bij de bron- of nascheiding?

Bij nascheiding gooien inwoners hun pbd-afval in één container met het restafval. Een nascheidingsinstallatie scheidt dan het afval. Bij bronscheiding bieden inwoners hun afval (deels) gescheiden aan. De meningen over wat het beste werkt, verschillen nogal. In de discussie gaat het er vaak over dat bronscheiding ‘geen zin heeft, omdat alles toch weer op één hoop terechtkomt bij het restafval’ en dat nascheiding ‘makkelijker is voor inwoners en ook goede kwaliteit geeft, dus waarom al die moeite doen met bronscheiding’. Dat daar discussie over is, vind ik prima. Ik heb er moeite mee dat standpunten hierover, in mijn ogen, niet altijd objectief zijn. De techniek van nascheiding is betrekkelijk nieuw. De prestaties zijn nog niet te toetsen en dus nog niet bewezen. In de discussie mis ik bovendien de nuance. Het is geen zwart-wit verhaal. Situaties en uitdagingen verschillen per gemeente en een goede keus is afhankelijk van de lokale context.

Waar kun je het beste voor kiezen als gemeente?

Ik weet niet of je moet kiezen. Het kan best en-en zijn. Dat is juist de nuance die ik wil aanbrengen. Over tien jaar zijn er wellicht nog slimmere installaties met nog betere scheidingstechnieken waardoor alles met nascheiding wordt gesorteerd, maar zo ver is het nu nog niet. Bij bronscheiding zijn we in de toekomst wellicht door de weerstand heen en vindt iedereen het normaal om afval te scheiden. De generatie van nu groeit er immers mee op. Daarom denk ik dat het en-en is. Per gemeente en per wijk moet je kijken wat op dit moment het beste is. Dat verschilt enorm. Ik zou zeggen bronscheiding waar het kan en nascheiding waar het niet anders kan. In een wijk met veel hoogbouw kun je niet iedereen een minicontainer geven. Dat kan wel in wijken met rijtjeshuizen.

Twee verschillende manieren van afvalscheiding in één gemeente?

Zeker. Verschillende vormen van afvalinzameling in een wijk is goed haalbaar. In bijna alle gemeenten staan verzamelcontainers in de wijk én hebben inwoners thuis minicontainers voor bronscheiding. Je hebt dan twee manieren van inzamelen en kiest een manier van inzamelen die de hoogste kwaliteit van de afvalstromen levert.

Heeft nascheiding niet de voorkeur, qua gemak voor de inwoners?

Sommige mensen vinden afvalscheiding gedoe, dat klopt. Persoonlijk vind ik dat niet. De containers staan meestal naast elkaar en wat maakt het dan uit of je de ene klep of de andere klep omhoogtrekt? Voor mij is dat simpel. Mogelijk vinden mensen het gedoe dat ze moeten nadenken over wat waarin mag. Dat zouden we goed moeten uitleggen, maar doen we dat op juiste manier?

Daar ben je wel van af bij nascheiding?

Dat klopt, maar mensen denken dan helemaal niet meer na bij het weggooien van afval. Bovendien moeten we stromen als gft, papier, glas, textiel en batterijen altijd bij de bron blijven scheiden. Je mag best wat verantwoordelijkheid vragen van inwoners en we moeten niet te snel toegeven aan het idee dat het gedoe is. Je wordt aangemoedigd om na te denken over wat je allemaal weggooit. Als je dat doet, ga je ook kritisch kijken naar je eigen consumptiegedrag. Dat is belangrijk. Het heeft allemaal met elkaar te maken, het is een aaneenschakeling van gedachten. Als mensen pbd-afval scheiden, blijken ze ook hun gft, papier en glas nog beter te scheiden. Het stimuleert ‘scheidingsgedrag’.

Denk jij er altijd bij na?

Ik ben niet exemplarisch voor de inwoners van Nederland omdat ik werk in het afval, maar ik zie het als een sport om zo min mogelijk restafval aan te bieden. Daar word ik niet voor beloond, want in mijn gemeente hebben ze geen diftar. Het is nu anderhalve maand geleden dat ik voor het laatst de container met restafval heb buitengezet. Terwijl we thuis met vier personen zijn, en we hebben het over de decembermaand.

Waarom doen niet alle mensen dat zo?

Als gemeente moet je goed kijken naar waarom mensen iets niet doen. Is het een gebrek aan kennis? Is het wantrouwen? Op een verjaardag krijg je altijd te horen dat ‘het afval toch allemaal bij elkaar komt’. Zoals een NS-medewerker altijd hoort dat ‘alle treinen vertraging hebben’. Als gemeente en als PreZero moeten we transparant zijn. Laat inwoners zien wat je doet met het apart ingezamelde afval, van inzameling tot nieuw product. Als we dat blijven herhalen, kunnen we laten zien dat het nut heeft.

Wat verwacht jij van 2021?

Komend jaar ligt het gezien de coronacrisis voor de hand om te zeggen: het geld is op. Gemeenten staan voor hogere overheidsuitgaven. Kun je dan aandacht hebben voor milieu en duurzaamheid? Of wordt er meer gekeken naar wat iets kost? Dit lijkt me voor komend jaar een ingewikkeld dilemma.

Waar hoop je op?

Ik hoop dat gemeenten en inwoners niet alleen naar de financiële kant kijken, maar meer naar kwaliteit en naar wat iets oplevert. Door corona beseffen mensen misschien dat er meer is dan materiële zaken. Ik hoop dat ze hierdoor meer aandacht hebben gekregen voor duurzaamheid en milieu.

Wat adviseer je gemeenten?

Weeg de voor- en nadelen van de verschillende scheidingstechnieken af in een open discussie en gebruik het beste van beide. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde belang: de wereld leefbaar houden. Dat klinkt wellicht zweverig maar dat is ons gemeenschappelijke doel. Ik snap dat gemeenten op de kosten moeten letten maar ik hoop dat ze het milieu niet vergeten, net als de service richting inwoners. En dat niet alleen de vraag wordt gesteld wat het kost, maar vooral: wat levert het ons op? Een leefbare wereld!

Vergelijkbare artikelen